50 gouden jaren, herinneringen aan 5 decennia partnerschap

Geplaatst op:

50 gouden jaren, herinneringen aan 5 decennia partnerschap FINAT - Lejeune

Geschreven op uitnodiging van oud-bestuurslid Bernard Grob van FINAT, herbewerkt voor het 60-jarig FINAT jubileumboek

Ik ben Bernhard Grob dankbaar voor zijn uitnodiging om enkele van mijn FINAT-herinneringen te delen ter gelegenheid van zijn 'memoires' over een leven in de labelindustrie. Deze uitnodiging heeft mij er extra bewust van gemaakt dat het dit jaar, in 2019, precies vijftig jaar geleden is dat FINAT en Lejeune partners werden. De nog jonge vereniging FINAT koos in 1969 'Bureau Le Jeune', zoals dat toen nog heette, tot haar permanente secretariaat. Nu, in 2019, hebben FINAT en Lejeune een halve eeuw gedeelde herinneringen, Europese geschiedenis en familiaal erfgoed. 

Ik heb het verhaal van de oprichtingsgeschiedenis van mijn vader’s bedrijf al vele malen verteld. Het mag in een blog als dit dan ook zeker niet ontbreken. Na zijn afstuderen aan de universiteit van Tilburg kreeg mijn vader een baan als 'kabinetschef' van prof. Pieter Blaisse. Een Nederlandse politicus van de Katholieke Volkspartij (KVP). De heer Blaisse was een van de pioniers op het gebied van buitenlandse handel en internationale samenwerking. In die hoedanigheid werd hij benoemd tot lid van het Europees Parlement (in die tijd waren er nog geen Europese verkiezingen). Hij werd daarvan vice-voorzitter en tevens voorzitter van de parlementaire commissie voor de interne Europese markt. Een functie die hij van 1961-1967 vervulde.

 In de begintijd van het Europese parlement, slechts enkele jaren na de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, was de Europese politiek een parttime activiteit. Deze werd voornamelijk vanuit de thuisbasis van benoemde ambtenaren gevoerd. In het geval van de heer Blaisse was dit vanuit Den Haag, de plaats waar mijn vader zich vestigde nadat hij de baan had aangenomen als kabinetschef.

Jullie moeten jezelf organiseren'

In de eerste baan na zijn afstuderen aan de universiteit was Mans Le Jeune (tot aan zijn dood bleef mijn vader volharden in het schrijven van onze achternaam als twee woorden) het eerste aanspreekpunt voor lobbyisten en andere vertegenwoordigers van belanghebbenden. Zij probeerden de heer Blaisse te bereiken voor afspraken op het gebied van grensoverschrijdende handelsvraagstukken, speciale kwesties en uitzonderingsbepalingen.

De boodschap die hij namens zijn werkgever continue overbracht aan zijn bezoekers was: "Jullie moeten jezelf organiseren". De heer Blaisse hield niet van het vooruitzicht om met elk bedrijf afzonderlijk te moeten praten. Dit zou kunnen leiden tot een versnippering van bijzondere regelingen en beschermende maatregelen, hetgeen in strijd zou zijn met het beginsel van vrijhandel en comparatieve voordelen.

'Pionier tegen nationaal egoïsme'

Net als zijn baas geloofde mijn vader sterk in Europese samenwerking. Na zijn overlijden in 2011 werd hij in een overlijdensbericht in een landelijke krant dan ook gekenmerkt als 'pionier tegen het nationale egoïsme'. Het bewustzijn van collectiviteit bepaalde niet alleen zijn carrière, maar werd onderdeel van het DNA van het bedrijf dat hij in 1964 onder de naam Bureau Le Jeune oprichtte. Met de slogan 'Bureau voor bedrijfssamenwerking', hielp hij bedrijven met het uitvoeren van de opdracht van Prof. Blaisse om zich te organiseren.

Een van de eerste klanten van ons bedrijf was een vereniging die zich bezighield met gelamineerde verpakkingen. Zij behartigden de belangen van de papier-, film- en metaalproducenten. Op het kruispunt van deze verschillende materiaalsoorten ontwikkelde zich een groeiende portefeuille van nationale en Europese verenigingen. In 1969 besloot de jonge maar snel groeiende vereniging FINAT Bureau Le Jeune in te huren om haar dagelijkse zaken te regelen. Opgericht in 1958 in Parijs, werd na 10 jaar rotatie van het FINAT-kantoor, Mans Le Jeune benoemd tot permanent Secretaris-Generaal van de vereniging.

Verenigd in Labels

In 2008, bij het 50-jarig jubileum van FINAT, werd in het Jubileumboek 'United in Labels' de oorsprong van het partnerschap door de Fransman Anderé Stauss, die niet alleen president maar ook oprichter van de vereniging was, omschreven. De heer Strauss had de organisatie sinds 1958 geleid en was bereid een stap terug te doen. Hij vond in Ben Kühne een aangewezen opvolger van NSD in Nederland. Die zou na het FINAT-congres in het Scheveningse Kurhaus, gehouden in april 1970, de leiding overnemen. Ben beval Mans Le Jeune aan. Hoewel de vereniging eigenlijk geen geld had om een professional in te huren ging Mans Le Jeune medio 1969 aan de slag om het congres voor te bereiden. In 1970 werd er een vast servicecontract gesloten, toen de vereniging voor het eerst lidmaatschapsgeld begon te vragen.

Mans Lejeune next to André Strauss,  1971

Van jonge industrie tot een volwassen netwerk

Van een kleine opkomende organisatie met ongeveer 30 leden groeide FINAT uit tot een volwassen vereniging. Op het moment dat ik betrokken raakte bij de vereniging, medio de jaren negentig, waren er bijna 400 leden in heel (West-)Europa en andere continenten.

In de beginjaren waren de FINAT standaard testmethoden, die ontwikkeld werden onder auspiciën van de multidisciplinaire Technische Commissie, de belangrijkste wapenfeiten van de organisatie. Later volgden de Marketing- en Convertercommissies. Dit alles had tot doel om de ontwikkeling van de nieuwe technologie te ondersteunen, kwaliteitsverbeteringen aan te moedigen en te belonen, markt- en technologische kennis uit te wisselen en ‘best practices’ uit de industrie te delen.

Grensoverschrijdende samenwerking

 Misschien was het echter nog wel belangrijker dat FINAT een grensoverschrijdend netwerk van branchegenoten wist op te zetten. Een netwerk gebaseerd op wederzijds vertrouwen, vriendschap, gedeelde waarden en overtuigingen in de gezamenlijke toekomst van deze industrie. In de huidige context is dit misschien moeilijk voor te stellen, maar rekening houdend met het feit dat er in de eerste 25 jaar van het bestaan van FINAT geen gemeenschappelijke Europese markt bestond, was dit uniek:

  • Er was geen gemeenschappelijke munt.
  • De Engelse taal was nog niet de algemeen aanvaarde bedrijfstaal.
  • Oost-Europa zat nog achter een IJzeren Gordijn.
  • Reisverbindingen waren niet zo gemakkelijk en goedkoop als vandaag de dag.
  • Internet bestond niet.
  • Mobiele telefoons bestonden niet.
  • Telecommunicatietechnologie was nog steeds analoog (denk aan de 'collect call').
  • Er werden nog typemachines gebruikt.
  • Kopieermachines bestonden niet en het faxapparaat kwam pas in de jaren tachtig.

Terugkijkend is het daarom misschien meer gepast om te spreken van grensverleggende dan grensoverschrijdende samenwerking.

Een metafoor voor het naoorlogse herstel in Europa

Voor een vereniging die onder deze 'prehistorische' omstandigheden werd opgericht, was het belang van het opbouwen van diepgaande persoonlijke relaties van essentieel belang. De ervaring van FINAT toont aan dat internationale zakelijke samenwerking een succesvolle remedie kan zijn tegen nationalistische politieke spanningen. In die zin verpersoonlijkt FINAT op industrieniveau het naoorlogse herstel van Europa.

FINAT in transitie

Op het moment dat  ik halverwege de jaren negentig voor het eerst betrokken raakte bij FINAT (toen Bernhard lid was van het bestuur van FINAT), was dit naoorlogse herstel voltooid. Er waren nieuwe ontwikkelingen die een blijvende invloed zouden hebben op de toekomst van FINAT. In 1989 was De Muur gevallen, Duitsland werd herenigd en 15 jaar later zouden veel van de voormalige Oostbloklanden tot de Europese Unie toetreden. Het in 1992 ondertekende Verdrag van Maastricht markeerde het begin van de Europese interne markt. Tien jaar later gevolgd door de invoering van de euro als de gemeenschappelijke munt voor de grote Europese economieën (exclusief het Verenigd Koninkrijk). In het begin van de jaren negentig raakte een nieuw fenomeen, genaamd het World Wide Web, ook wel internet genoemd, in zwang.

Op het niveau van de industrie was de etiketten-industrie een volwassen industrie geworden. In Europa en waren er in verschillende landen nationale verenigingen opgericht, hetgeen een nieuwe dimensie met zich mee bracht: die van 'verenigingspolitiek'. Een ontwikkeling die het gezamenlijke ontwikkelingstempo vertraagde. Nationale organisaties uitoefenden druk uit om van FINAT een federatie van nationale organisaties te maken in plaats van een ondernemende vereniging van bedrijven. Pas in het nieuwe millennium verdwenen deze spanningen en kwamen FINAT en de nationale verenigingen tot een wederzijds verstandhouding op het gebied van hun wederzijdse complementariteit.

Tegen deze achtergrond nam ik in 1998 het stokje over van mijn vader als secretaris-generaal (een functie die nu is omgedoopt tot algemeen directeur). Zijn laatste jaarlijkse congres vond plaats in Rome in 1997, mijn eerste was Istanbul in 1998, gevolgd door Praag in 1999.

FINAT richtte de blik meer op het oosten. In die tijd was een van mijn eerste reizen dan ook die naar de Poligrafia-beurs in Poznan, Polen, waar FINAT een educatieve sessie voor de Poolse etiketten industrie organiseerde. Samen met Bernhard Grob, had ik ook de eer om uitgenodigd te worden op de openingsceremonie van de Russische beurs Etiketka. Mijn eerste afgeronde project binnen FINAT was de ontwikkeling van een website, tegenwoordig het startpunt voor elke organisatie, maar in die tijd nog steeds een onderwerp van veel discussie omdat het de 'exclusiviteit' van FINAT zou verminderen.

Mans & Jules after the transition, when Mans returned as a guest speaker in 2001.

FINAT als open platform

Tegenwoordig telt de vereniging meer dan 600 leden in meer dan 50 landen. De voortdurende evolutie van datatechnologie en sociale media heeft FINAT geholpen om de afstand tussen de organisatie en haar leden te verkleinen. Nu kan elk lid met één druk op de virtuele knop genieten van zijn een eigen 'ledenvoordeel'. Het managen van geografische en culturele diversiteit, het vertalen van nieuwe EU-wetgeving naar industriële tools en standaarden heeft de vereniging in een leidende positie gebracht. Een positie als ‘thought leader’ op het gebied van duurzaamheid, recycling, voedselveiligheid, het wereldwijde L9-platform, waar de 'grote 3' TLMI (VS), JFLP (Japan) en FINAT nu gezelschap hebben gekregen van verenigingen in opkomende reuzen als China (PEIAC) en India (LMAI).

De nieuwe generatie

Na het tijdperk van de (UV-)flexo heeft de digitale technologie in de afgelopen tien jaar een nieuwe impuls gegeven aan de positionering van de industrie. Als leverancier van ‘productdecoratie’- en -identificatieoplossingen vervult de etikettenindustrie een voortrekkersrol bij de innovatie van de etiketten- en verpakkingsindustrie. FINAT focust zich op de volgende generatie, de generatie na de babyboomgeneratie die deze industrie in Europa tot wasdom heeft gebracht. De volgende generatie wordt geconfronteerd met de nieuwe realiteit van het zakendoen in een internationale bedrijfsomgeving.

De oprichting van onze Young Managers Club (inmiddels Young Professionals Network genaamd), speciaal voor onze nieuwe generatie en opgericht ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan, draagt bij aan de toekomstgerichtheid van FINAT.

Ons European Label Forum, zoals FINAT's jaarlijkse congres sinds 2015 heet, heeft een transitie ondergaan. Het is veranderd van een jaarlijkse sociale bijeenkomst van ondernemers, in een zakelijk platform dat bedrijfseigenaren en managers in staat stelt om elkaar te ontmoeten, te netwerken, elkaar te inspireren, van elkaar te  leren van en collega's, en met elkaar in gesprek te komen over relevante onderwerpen op het gebied van technologie, marketing en management.

Een prachtige reis

Terugkijkend op mijn twee decennia betrokkenheid bij FINAT, beschouw ik het als een voorrecht dat ik de kans heb gekregen om deze organisatie het nieuwe millennium in te leiden. Ik heb tot nu toe genoten van de FINAT-reis. Ik ben er zeker van dat Bernhard ook van zijn reis heeft genoten. Betrokkenheid bij deze prachtige organisatie heeft mij door heel Europa maar ook daarbuiten gebracht. Het heeft geresulteerd in blijvende vriendschappen en herinneringen. Dank je wel Bernhard voor je steun in die eerste jaren, het is zeer de moeite waard geweest!

 Jules Lejuene

Terug naar het overzicht

ISO 9001

Lejeune is ISO 9001:2015 gecertificeerd door EIK certificering, certificeerder voor kennisintensieve dienstverlening.

ISO 9001

Lejeune is aangesloten bij: