Brancheorganisaties in 2030 terug uit de toekomst - Vraag het Sandra

Vraag het Sandra

Na lezing van het interview met Sandra de Jong, directeur van V&V Management, bleven bij de redactie toch nog wat prangende vragen hangen. Reden voor een intercollegiaal tijdsgesprek met onze toekomstige branchegenoot.

Sandra, in 2024 zien we een toenemende polarisatie in de samenleving, zowel politiek als economisch. Hoe heeft deze polarisatie zich verder ontwikkeld, en hoe heeft dit invloed gehad op bedrijven en organisaties?

SdJ: “Polarisatie is ook nu nog steeds een ding. Er is een behoorlijk verschil tussen landen en regio’s met ruime toegang tot middelen en technologie en de armere gebieden. Ontwikkelde regio’s verduurzamen sneller en andere regio’s blijven achter met verouderde methodes. Bedrijven moeten hun strategieën daarom steeds meer afstemmen op regionale verschillen en kunnen daardoor niet opschalen. Brancheorganisaties zoals de onze, proberen de kloof te dichten door kleine bedrijven te ondersteunen, maar zonder sterke overheidssturing blijft dit een uitdaging.”

Veel noodzakelijke veranderingen op het gebied van energie, circulariteit en duurzaamheid zijn lang uitgesteld. Hoe hebben bedrijven en overheden uiteindelijk de transitie aangepakt?

SdJ: “Het uitstellen van veranderingen heeft geleid tot problemen. Bedrijven en overheden moesten uiteindelijk strenge maatregelen nemen, zoals CO2-belastingen en wetgeving voor circulariteit. Sommige bedrijven konden niet snel genoeg schakelen, maar brancheorganisaties hielpen door bedrijven te ondersteunen met de nieuwe regelgeving. Toch konden niet alle bedrijven de druk aan en moesten sommigen krimpen of sluiten. In 2030 zien we echter dat bedrijven die tijdig inspeelden op veranderingen nu vooroplopen in duurzaamheid en marktaandeel hebben gewonnen door hun proactieve aanpak.”

Wat zijn de grootste uitdagingen voor de nieuwe generatie? Hoe heeft de jeugd zich in 2030 aangepast aan deze veranderende wereld, en hoe worden ze ondersteund door brancheorganisaties?

SdJ: “De nieuwe generatie heeft zich bijzonder flexibel en innovatief getoond, en zij hebben hun stempel gedrukt op bedrijven en beleid. Jonge ondernemers lopen vaak voorop in technologische innovatie, vooral in sectoren zoals zorg en ICT. De grootste uitdaging voor hen is echter ongelijkheid, vooral in de toegang tot middelen en kansen. Brancheorganisaties ondersteunen jong talent met opleidingsprogramma’s, mentorschap en toegang tot netwerken. Maar zonder krachtige overheidsinterventies blijft dit een van de grootste uitdagingen.”

Wat zou je ons nu, vanuit 2030, adviseren om in 2024 anders te doen om deze uitdagingen beter aan te pakken?

SdJ: “Wacht niet af tot de crisis onvermijdelijk is, maar ontwikkel vandaag al de scenario’s en opties om flexibel te kunnen reageren. Als ik terugkijk, zie ik dat bedrijven die vanaf het begin hebben geïnvesteerd in duurzaamheid, technologie en samenwerking nu veel beter gepositioneerd zijn dan bedrijven die wachtten. In 2024 was er veel onzekerheid, maar de bedrijven die toen hun focus verlegden naar lange termijn denken hebben nu de grootste voorsprong. Daarnaast zou ik adviseren om je niet alleen te richten op technologische innovatie, maar ook op sociale innovatie. De problemen van polarisatie en ongelijkheid zijn alleen op te lossen als bedrijven, overheden en burgers samenwerken aan een inclusieve samenleving. De transities die jullie nu doormaken, zoals in energie en circulariteit, zijn niet alleen technologische vraagstukken; ze vereisen diepgaande veranderingen in hoe we onze maatschappij organiseren.”

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat bedrijven en overheden samenwerken in plaats van elkaar tegenwerken in de komende jaren?

SdJ: “Brancheorganisaties fungeren als brug tussen de overheid en het bedrijfsleven. In de jaren tussen 2024 en 2030 hebben we veel succes geboekt door platforms te creëren waar bedrijven, overheden en burgers samen oplossingen ontwikkelen voor bijvoorbeeld de energietransitie en circulaire economie. In 2024 moeten jullie die samenwerkingsverbanden nu al beginnen te versterken. Ga actief de dialoog aan met de overheid, ontwikkel gezamenlijke doelen, en zorg ervoor dat iedereen zich verantwoordelijk voelt voor de uitkomst.”